9 November 2011

De Onderste Tegel Boven


Glasvezel. Ik was er wel klaar mee. De begin dit jaar met zoveel tam-tam verkondigde 40% vraagbundeling bleek boterzacht en niet meer dan een handige reclame-truc. Uiteindelijk werd besloten alle Winterswijkse huishoudens van een kek oranje (of wit) FTU kastje te voorzien. Nogal voorspelbaar. Het wederzijdse moddergooien van glasvezelaar versus kabelaar, breeduit uitgevochten op de reclamepagina's van de plaatselijke sufferdjes, ging onverminderd door. Ik lees het niet meer. De initiatiefgroep Winterswijk Op Glas twittert en roeptoetert onverwijld de glasvezelzegeningen dat het een lust is. Ondertussen doet Reggefiber zeer optimistische beloftes over de datum waarop het een en ander operationeel zal zijn. Het zal allemaal wel, dacht ik.

Maar opeens, vanuit het niets, was ie daar: het stoeptegelamendement. Het wat? Het stoeptegelamendement, ja! Wat dit met glasvezel te maken heeft zal ik uitleggen.




Op 2 en 3 november j.l. is in de Winterswijkse gemeenteraad gesproken over de begroting voor 2012. Heikel punt in de vergadering was de door het college voorgestelde extra verhoging van de OZB met € 300.000. De fracties van coalitiepartners WB en de VVD keerden zich hier faliekant tegen. Er waren een aantal langdurende schorsingen nodig om uit de ontstane impasse te komen. Uiteindelijk waren de partijen er ver na middernacht uit. Althans die indruk moest gewekt worden. De contouren van het bereikte compromis, vastgelegd in een amendement, zijn vaag. Van de voorgestelde OZB-verhoging bleef slechts één ton over. De andere besparingen werden her en der bij elkaar geharkt. Een van de bezuinigingen was die van € 50.000 euro in 2012 en 2013 op kosten voor straatonderhoud die het gevolg zijn van het aanleggen van....jawel, glasvezel.

Wethouder Te Gronde legde het als volgt uit:



Kunt u zijn verhaal nog door”Gronde”n?

Uit een vorig Aanmaakblogje weten we nog dat collega-wethouder Gommers eind 2011 in antwoord op een vraag van de SP beweerde dat de aanleg van een glasvezelnet geen financiële consequenties zou hebben voor de gemeente Winterswijk. Dat was niet waar. In 2009 had de gemeente al een budget van € 175.000 voor glasvezel vastgesteld: € 100.000 ter dekking van kosten voor herstel van trottoirs en € 75.000 voor het inhuren van toezicht. Het verbaasde mij toen al dat de gemeente (via zijn bewoners) geld stak in iets dat een puur commerciële aangelegenheid is.

Is de bezuiniging die wethouder Te Gronde nu voorstelt een besparing op dit budget? Het lijkt er in eerste instantie wel op, “50.000 euro in het herstel van de aanleg van glasvezelkabel” horen we hem letterlijk zeggen. Als de heer Hartjes (PvdA) om nadere uitleg vraagt, heeft hij het vervolgens over reeds verouderde stoepen die sowieso aan vervanging toe zijn en waarvan vervanging een aantal jaren wordt opgeschort. Volgens mij heeft dit niks met glasvezel te maken, maar alles met groot onderhoud. In dat geval betreft het eveneens een besparing op de openbare ruimte. Waarom dan toch het onderscheid gemaakt? Verder beweert de wethouder dat de kwaliteit van de stoep/straat na gedane arbeid van het glasvezelbedrijf dezelfde is als voorheen. Dat is niet zo.

In 2009 is een convenant gesloten tussen de gemeente Winterswijk en Reggefiber. De inhoud van dit convenant is niet openbaar, maar je mag verwachten dat er door het college zodanige afspraken zijn gemaakt dat het hele glasvezelproject kostendekkend is. Zo gebeurt het in andere gemeenten ook.

Zoals elk nutsbedrijf moet Reggefiber voor elke gegraven geul leges betalen. Zijn hiervoor de geldende normen gehanteerd of heeft Reggefiber - en dat zullen ze ongetwijfeld geprobeerd hebben - een gunstiger tarief bedongen? In het laatste geval had het college hiervoor de instemming van de raad moeten vragen. De legeskosten dekken de kosten die de gemeente maakt om de uitrol van glasvezel te faciliteren zoals planning, toezicht etc.

Hoe zit het met de zogenaamde degeneratiekosten? Wat wethouder Te Gronde ook beweert, het openbreken en weer dichtmaken van een weg of stoep brengt wel degelijk kwaliteitsverlies (bv. verzakkingen, scheef teruggelegde tegels) met zich mee. Eerder dan gepland zal groot onderhoud aan weg of stoep moeten plaatsvinden. De kosten die hiermee samenhangen worden degeneratiekosten genoemd en zij worden als het goed is door de gemeente bij het nutsbedrijf in rekening gebracht. Heeft de gemeente hiervoor wel een tarief berekend dat de kosten dekt of is men uit vrees de boot te missen wat al te enthousiast op de glasvezeltrein gesprongen? Dat laatste is niet geheel ondenkbeeldig, gezien de enorme betrokkenheid van de gemeente Winterswijk bij dit project. Ik roep daarbij even het Glashart-krantje in herinnering, waarin wethouder Gommers prominent zijn gezicht laat zien.




Schade die tijdens de werkzaamheden wordt aangericht dient uiteraard voor rekening van het glasvezelbedrijf te zijn. Hoe is dit geregeld? Dat er bij de aanleg van het glasvezelnetwerk wel eens wat mis gaat is bekend en haalde onlangs via het Agentschap Telecom nog het landelijke nieuws (lees de bijlages).

Hoe zit het nu met het budget van € 175.000 dat de gemeente Winterswijk voor glasvezel heeft gereserveerd? Wordt het gedekt uit de opbrengsten uit leges en degeneratiekosten, dan betreft het zogenaamd “geoormerkt geld”, geld waarop niet beknibbeld kan worden om een begroting sluitend te krijgen. Gaat het om een extra bedrag bovenop de kosten die wel gedekt worden dan is het college in het voortraject ernstig tekort geschoten en heeft ze een voor de Winterswijkse gemeenschap zeer slechte deal met Reggefiber gesloten.

Als er nu voor de aanleg van glasvezel in de bebouwde kom al extra geld moet worden uitgetrokken, houd ik mijn hart vast als men het snode plan omarmt om straks ook het buitengebied van fiberdraad te voorzien, een vele malen kostbaarder project waarvoor momenteel echter druk gelobbyd wordt.




Je laat burgers niet opdraaien voor iets dat een zaak van de markt is. Zeker niet als een groot deel van de Winterswijkse huishoudens het glasvezelproject überhaupt al mogelijk maakt en sponsort middels een abonnement bij één van de glasvezelproviders. Zeer zeker ook niet als het ten koste gaat van zaken waar nu wel op bezuinigd wordt....museum, bieb, Oosthoek, you name it. Duidelijk is dat het college van B&W onder grote tijdsdruk het vege lijf heeft willen redden en een aantal besparingen uit de hoge hoed heeft getoverd, waarvan de aard onduidelijk blijft. Transparantie, dus inzage in het convenant met Reggefiber en een kosten-baten analyse van het Winterswijkse glasvezelavontuur is op zijn plaats. Opdat de onderste tegel boven komt.


Bijlages:

Te vaak schade bij aanleg glasvezel

Ruim 30.000 leidinglekken per jaar door glasvezelaanleg

Richtlijn tarieven (graaf)werkzaamheden Telecom

Voorbeeld document convenant Reggefiber (gemeente Leeuwarden)

16 February 2011

Parochiehuis blijft

Na een lange periode van windstilte valt er eindelijk weer wat te melden omtrent de plannen die de gemeente Winterswijk heeft met het pand Eucalypta. De vrees van sloop hing lange tijd in de lucht, maar blijkens een artikel in Achterhoek Nieuws (15-2-2011) wordt deze gelukkig slechts ten dele bewaarheid. Alleen het aangebouwde kantoorgedeelte, toch al geen sieraad voor het oog, zal binnenkort worden afgebroken. Sloop van de voormalige parochiekerk is niet vergund. Dat is goed nieuws, want daarmee blijft ook de deur voor behoud van het poppodium op een kier staan.



Naar mag worden aangenomen zal het niet bij uitsluitend sloopwerkzaamheden blijven. Er zal op zijn minst een nieuwe voorgevel moeten komen. Om het historische pand zijn glans terug te geven, doet men er goed aan deze voorgevel in zijn oorspronkelijke staat te laten herrijzen. Het is verstandig om daarbij de raad van de Adviescommissie Cultuur Historie (ACH) niet opnieuw te negeren, want dat is namelijk, zo lezen we, dit keer wel gebeurd. De ACH is verbolgen over het feit dat ze in het sloopplan van de gemeente Winterswijk niet gekend is. “Het is niet zinvol acties als 100% Winterswijk te voeren, als tegelijkertijd zonder overleg cultureel erfgoed gesloopt wordt”, aldus de commissie.


Advies of niet, als we het krantenbericht mogen geloven, blijft het parochiehuis voorlopig staan. Ooit vormde het een fraaie drie-eenheid met het postkantoor en het gemeentehuis. Alle drie de gebouwen zijn in de jaren '30 gebouwd, delen stilistische en bouwtechnische kenmerken en maakten ooit deel uit van een prachtig open, parkachtig geheel, de voormalige Balink Esch. Met wat verbeeldingskracht kan die oude glorie hersteld worden.


Met de invulling van een nieuwe functie voor het gemeentehuis wil het nog niet vlotten. In het postkantoor wordt binnenkort een WMO-plus-loket geopend. Tal van maatschappelijke organisaties krijgen onder de paraplu van het WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) een plek in het gebouw. Vluchtelingenwerk en de soosruimte van J.C. Eucalypta verhuizen naar de achterzijde van het gebouwencomplex. Het ligt voor de hand om het parochiehuis zijn aloude bestemming terug te geven, een ontmoetingsplek voor jong en oud. De gemeente Winterswijk kan daarmee in de praktijk zijn sociale ambities waarmaken. Net zoals de Rooms-Katholieke kerk dat vroeger faciliteerde, zullen tal van (vrijwillige) organisaties, instellingen, scholen, clubs etc. voor een groot scala aan aktiviteiten van het pand gebruik moeten kunnen maken. Het kerkelijke kader is er allang niet meer, maar het idee dat burgers een plek hebben van waaruit ze invulling kunnen geven aan de samenleving, is wel van deze tijd. Een gebouw voor burgers, gerund door burgers, geheel in lijn met de civil society die aan de basis staat van de WMO-gedachte. Omdat een samenleving uiteindelijk pas vorm en kleur krijgt door dingen die er toe doen, zoals kunst en cultuur, zou ook popmuziek in zo'n gebouw onderdak moeten krijgen. Dat komt prima uit, want het parochiehuis herbergt nog steeds het meest gelouterde poppodium van de Achterhoek.


Een kopie van dit artikel (en nog veel meer) is te vinden op de website van het Popboek Winterswijk.

15 February 2011

Sixties Vinyl Fever


Het duurt nog even, maar op vrijdag 13 mei zal ik mijn platendraaikunsten vertonen op de bar van Tapperij De Kop'ren Pomp in Winterswijk. Als voorproefje hierbij alvast een 1 uur durende mix van groovy dansplaatjes die voorbij zullen komen. Enjoy!




28 January 2011

Verlies, verlenging of strafschoppen?



Nog heel even en we zullen weten of in Winterswijk de vraagbundeling van 40% gehaald is. Volgens een advertentie van Glashart zat men op 25 januari op 25%. Om in enkele dagen nog zo'n 1500 aanmeldingen rond te krijgen, lijkt schier onmogelijk.

Van de grootscheeps aangekondigde laatste aktieweek is weinig te merken, of het zou het inmiddels bekende prijzenwiel moeten zijn, waaraan gelukszoekers een slinger mogen geven. De afgelopen weken zagen we regelmatig foto's van glunderende prijswinnaars die een scooter, elektrische fiets of HD-TV in ontvangst mochten nemen. Alhoewel...in ontvangst nemen? De gelukkigen kregen een cheque overhandigd waaraan allerlei voorwaarden zijn verbonden. Belangrijkste beperking: men krijgt het gewonnen artikel alleen als op de streefdatum de vereiste 40% deelname ook echt is bereikt. Geen 40%, geen prijs. Een in alle opzichten goedkope aktie van de glasvezelaars, maar dit terzijde.


Hoe nu verder als de 40% niet gehaald wordt? Er zijn drie scenario's denkbaar. Ofwel men neemt bij Glashart met een (veel) lager percentage genoegen, ofwel men verlengt de inschrijftermijn in de hoop dat het dan alsnog goed komt, of het feestje wordt afgeblazen, de gemaakte kosten worden weggeslikt en Winterswijk krijgt (voorlopig althans) geen glasvezel.

Voor toekomstige glasvezelprojecten wordt al het lagere percentage van 30% gehanteerd. Daar komt Winterswijk in de buurt. Wie weet, waagt Glashart, in weerwil van door henzelf opgestelde spelregels, de gok. Vraag blijft of straks iedereen “zonder aanziens des persoons” (dus ook de niet-abonnementhouders) gratis glasvezel tot aan de deur gelegd krijgt.

Het verlengen van de termijn is een strategie die door Glashart al vaker van stal gehaald is. De gemeente Winterswijk heeft bij monde van wethouder Gommers laten weten dat men “weliswaar niet zakelijk in het vraagbundelingsproces wil interveniëren, maar dat men wel in overleg met het glasvezelbedrijf een oprekking van de intekentermijn wil zekeren”. Een nogal wonderlijke paradoxale houding. We zullen zien of deze succes heeft.



Bewust is er ooit voor gekozen om de aanleg van glasvezel een zaak van de markt te laten zijn en om daar ook de regie neer te leggen. Glashart kan de wens van de gemeente heel gemakkelijk negeren en om puur economische redenen besluiten om Winterswijk voorlopig niet op haar netwerk aan te sluiten. Omdat Winterswijk met de kabel al over heel goed werkbaar en snel internet beschikt, zullen er zich in tegenstelling tot wat her en der beweerd wordt geen grote rampen voordoen. Jammer is het wel. Het zou goed zijn als kabelaar UPC, tot op heden monopolist als het gaat om snel internet, er een geduchte concurrent bij krijgt. Daarmee is de toekomstige betrouwbaarheid en dienstverlening van beide partijen (kabel en glasvezel) geholpen.

Vanaf begin dit jaar wenst Glashart liever als Reggefiber aangesproken te worden. Ik zal dat vanaf nu overnemen. Voorlopig althans, want zoals al voorspeld, werkt KPN op dit moment aan een volledige overname van Reggefiber. Het telecombedrijf wil zijn belang van 41% uitbouwen tot achtereenvolgens 51% en 60%. Investeringsmaatschappij Reggeborgh kan dan via een put-optie zijn laatste 40% in de joint venture verkopen aan KPN. (bron: Financieel Dagblad)


NAGEKOMEN BERICHT: Dit aanmaakblogje was nog maar koud in de lucht of ik vernam via de website van De Gelderlander dat de directie van Reggefiber heeft besloten de aanmeldtermijn voor glasvezel te verlengen tot 27 februari 2011. Volgens eigen zeggen stond de teller vandaag (28 januari) op 26% inschrijvingen. Dat betekent dat er in een maand tijd nog zo'n 1400 huishoudens overgehaald moeten worden. Een hele klus in zo'n korte periode. Of de "smeekbede" van de gemeente Winterswijk enig invloed op het besluit heeft gehad, is onbekend.

24 January 2011

Fiber To The Farm?


Terwijl het nog maar zeer de vraag is of de bebouwde kom van Winterswijk straks van een glasvezelnetwerk voorzien wordt (21% aanmeldingen, stand 18 januari 2011), loopt de VVD op de troepen vooruit en is zij een lobby gestart om ook het buitengebied te verglazen. Een tijdje terug roerde Tom van Beek (woonachtig in Ratum) al de trom over dit onderwerp in een raadsvergadering. De VVD Winterswijk heeft de klok namelijk horen luiden als het gaat om glasvezelsubsidie verstrekt via de Europese Unie. Met de bekende kruiwagen - een lokaal beproefd middel om zaken naar eigen hand te zetten - wordt nu via het kersverse Winterswijkse Tweede Kamerlid Johan Houwers (woonachtig in het Woold) getracht om geld los te peuteren, zodat ook boeren en buitenlui straks kunnen genieten van flitsend snel internet. “Fiber To The Farm” zogezegd.

“We willen de verdiencapaciteit van het buitengebied versterken”, aldus VVD-gemeenteraadslid Chris van den Bos (woonachtig in Corle). Hij denkt daarbij aan zzp'ers en bedrijven die voor de uitoefening van hun werk behoefte hebben aan snelle verbindingen. De VVD wil aanhaken bij de gemeente Bronckhorst die in samenwerking met de gemeente Berkelland en de provincie ook glasvezel in haar buitengebied wil realiseren. VVD-wethouder Gert Jan te Gronde (eveneens woonachtig in het Woold) heeft inmiddels een eerste oriënterend gesprek gehad met wethouder Mulderije van Bronckhorst. Op het eerste gezicht dus een mooie geste van de VVD om straks ook de mensen buiten de dorpskern mee te laten genieten van snel internet. Temeer omdat kabelaar UPC zijn coax-netwerk om economische redenen nooit tot in de buurtschappen heeft doorgelegd en plattelanders zich nog steeds moeten behelpen met ADSL- of draadloze internetverbindingen.


De Europese Commissie wil dat in 2020 iedereen toegang heeft tot snel internet: 30 Mbps. Zo'n 50% procent moet tegen die tijd al de beschikking hebben over een verbinding met 100Mbps. Nieuwe richtlijnen geven aan dat alleen in gebieden met geen of weinig dekking (de zogenaamde “witte” of “grijze” gebieden) subsidies verleend mag worden. Daar waar al wel een afdoende dekking is, mag de markt niet met staatssteun verstoord worden. Gesubsidieerde projecten moeten verder technologieneutraal zijn. Om de status van openbare werken te krijgen moet een netwerk o.a. open zijn én volledig dekking bieden in het projectgebied, aldus Brussel.

In totaal stelt Europa 1,02 miljard euro beschikbaar om snel internet voor het platteland mogelijk te maken. Omdat het geld over alle landen verdeeld moet worden en Nederland over relatief veel verstedelijkt gebied beschikt, krijgen wij hiervan slechts 5,5 miljoen euro in de schoot geworpen. Per meter zijn de aansluitkosten van glasvezel nogal hoog. In verband met de veel grotere afstanden tot de backbone valt een aansluiting in het buitengebied dus veel duurder uit dan in dichtbevolkte kernen. Per woning moet gerekend worden op minimaal 4000 euro (incl. graafwerk, loon- en materiaalkosten). Dat is als iedereen in het gebied meedoet. Niet voor niets is dit laatste een eis van Europa: hoe groter namelijk het aantal afnemers, hoe lager de kosten. Er kunnen dan immers veel vaste kosten verdeeld worden over meer aansluitingen. Als we voor het totale Winterswijkse buitengebied even uitgaan van 1500 woningen (ik heb het exacte cijfer niet, maar ik zal er zeker niet boven zitten), zou er dus al een bedrag van 6 miljoen nodig zijn. Dat is meer dan dat er aan subsidie voor heel Nederland beschikbaar is!

Hoe zit het nu met het idee zoals dat door de VVD gelanceerd is? Glashart, de bouwer van glasvezelnetwerken in onze regio, denkt er vanwege deze hoge kosten voorlopig niet aan om de buitengebieden zelf aan te sluiten. Honderden meters graven voor een enkele aansluiting gaat tegen alle wetten van economische haalbaarheid in. Je zou denken dat ze bij de VVD weten hoe zoiets werkt. De terugverdientijd is eerder eeuwen dan decennia. Het geld moet dus ergens anders vandaan komen. Gezien de penibele situatie waarin de gemeente Winterswijk verkeert, kan daar weinig heil van verwacht worden. De gemeente zal overigens hoe dan ook al in de buidel moeten tasten als waar-dan-ook glasvezel wordt aangelegd, denk maar even aan het houden van toezicht, herbestrating etc. De gemeente zou voor alle huishoudens de onroerend-zaakbelasting fors kunnen verhogen en daarmee een deel van het geld kunnen binnenhalen. Maar of de VVD daar nu zo'n voorstander van is? Subsidie vanuit Europa is wellicht mogelijk, maar biedt al evenmin veel soelaas. Nederland zal de beschikbare 5,5 miljoen euro ongetwijfeld over vele projecten in den lande moeten verdelen. Als er voor Winterswijk een paar ton overschiet, mogen we in onze handjes knijpen. Er blijft dus eigenlijk maar één mogelijkheid over. De mensen in het buitengebied gaan de aanleg uit eigen portemonnee betalen. Een optie waar ik de VVD bij de lancering van haar plan niet over gehoord heb.

De Winterswijkse liberalen willen aansluiten bij soortgelijke ideeën die leven in Bronckhorst en Berkelland. Het betreft daar een proefproject waarbij men zo'n 100 huizen langs de provinciale weg tussen Vorden, Ruurlo en Borculo wil verglazen. In vergelijking met het uitgestrekte Winterswijkse platteland, een veel overzichtelijker en goedkoper project, met één lange glasvezelhoofdas die de provinciale weg volgt en vele korte zijtakken. Vooralsnog komt het project niet van de grond en loopt men inmiddels 3 jaar achter op de planning. Gebrek aan deelnemers en het niet rond krijgen van de financiering zijn de belangrijkste oorzaak. Subsidie vanuit de EU is tot nu toe uitgebleven. Er zijn ideeën voor een coöperatie (B3N Coöpnet), waarbij bewoners mede-eigenaar kunnen worden van het netwerk. Maar ook hier kleeft voor de bewoners nog een fors kostenplaatje aan: 1000 euro aansluitkosten en 50 euro per maand (voor een gedeelde verbinding) tot 300 euro per maand (voor een gegarandeerde verbinding). Reden waarom ook deze aanpak tot nu toe zonder succes is gebleven.

Een veel minder ambitieus plan, namelijk de verglazing van uitsluitend de dorpskern van Meddo, daar hoor ik de VVD niet over. Vreemd eigenlijk, want zo'n plan zou zeker kans van slagen hebben. Glashart heeft in het verleden dorpskernen van vergelijkbare omvang als Velswijk en Keijenborg wel van glasvezel voorzien. Misschien zou de VVD zich niet moeten blindstaren op glasvezel en ook andere (en goedkopere) oplossingen als bv. internet via de satelliet eens onder de loep moeten nemen. Het is niet reëel om voor het platteland dezelfde breedbandmogelijkheden te verlangen als voor het dorp of de stad. Het leven in het buitengebied kent allerhande geneugtes, maar tegelijkertijd zullen sommige ongemakken op de koop toe genomen moeten worden.

Voorlopige conclusie: de plannen van de VVD zijn onrealistisch, onbetaalbaar en "voor de bühne". De burger wordt, zoals zo vaak als het om glasvezel gaat, allerlei prachtige vergezichten voorgeschoteld. Men 'vergeet' er echter bij te vertellen dat daarvoor stevig in de geldbuidel getast moet worden. Fiber To The Farm is vooralsnog een Fiber Into Fairy Land.

9 January 2011

Rodzol

Ploeteren tussen de puinhopen van het bestaan


In 1984 verschijnt Rodzol, achteraf bezien het enige (?) onafhankelijke undergroundblaadje dat Winterswijk rijk is geweest. Rodzol laat zich het best omschrijven als wat in de literatuur ook wel een funzine wordt genoemd. Een blaadje uitgegeven voor de leuk, zonder enig vooropgezet oogmerk. Het blad is zijn eigen doel. Pleziert het de lezer, mooi meegenomen. Zo niet, dan pleziert het in ieder geval de redactie.


Rodzol - vrij vertaald een samenvoegsel van de woorden “rommel” en “rotzooi” - was een satirisch, humoristisch, literair en politiek geëngageerd blad. Inhoudelijk valt er 25 jaar na dato best het één en ander op aan te merken, maar in al zijn knulligheid - slecht gestencild en daardoor vaak nog maar net leesbaar – straalt dit aandoenlijke staaltje van Do It Yourself huisvlijt een charme uit die je alleen met een sympathiserende glimlach op de lippen kunt lezen. Dat geldt in ieder geval voor mezelf. Maar toegegeven, ik maakte deel uit van de redactie.

Rodzol #1 (een tweede nummer lag op de planken, maar is nooit verschenen) kenmerkt zich door uiteenlopende bijdrages of, zoals ze wellicht beter genoemd kunnen worden, “uitwerpselen”. Uit de inleiding:

Opgelucht halen we adem. De vuige daad is gesteld. Het helse karwei volbracht. Dagen van folterende twijfel, de klamme handen op de blote dijen, zijn voorbij. Nog vrij onverwacht reutelde plots de warm dampende smurrie naar buiten. Met een blos op onze wangen, stonden we in machteloze tevredenheid tot onze knieën in de geurende drek. Een stomend hete prut was in één knallende kanonnade de wereld ingeperst. [....] Hier is het eerste verslag van dagenlang ploeteren tussen de puinhopen van het bestaan. A form of new beauty. Een adembenemende Rodzol”.

Rodzol (vaste prijs: 1 gulden) stuitert van zware onderwerpen naar lichtvoetige kost en weer terug. Het eerste verhaal is getiteld “De Waanzin Van De Chaotendag”. Het is een kritisch oordeel over protestakties van punks en skinheads in Duitsland, optochten die vaak uitliepen op gewelddadigheden. “Sjobal & Malloot” is een detectiveverhaal. De taak van de lezer is het de daders te achterhalen (oplossing achter in het blad). Dit alles onder de deskundige leiding van professor Jean Teur. Recensies van popconcerten (in dit geval Tröckener Kecks) zijn op zich geen bijzonderheid. Maar wel al ze, zoals in Rodzol, geschreven zijn in computertaal. In “Pispaaltje - Vaste Rubriek Ter Ontlasting” wordt door de redacteur flink afgegeven op Muziekkrant Oor. “Het Joy Division Syndroom” verhandelt over Joy Division-epigonisme en het dwepen met Weltschmerz, die van een lokaal, maar niet nader bij naam genoemd new wave bandje in het bijzonder. De vunzigheid van het Engelse boulevardblad The Sun (ook toen al!) wordt belicht en geïllustreerd met twee pagina's obscene krantenknipsels. Een redactielid citeert uit zijn boek “Sein Kampf”: overpeinzingen ten aanzien van het passivisme, of was het toch pacifisme? In een gastenrubriek maakt de heer H.G.L.M. Meijer zich onder de titel “Wel Of Niet Bewapenen?” zorgen over de toekomst, over een wapenwedloop die zich laat leiden door emotionalitetit, stoerheid en starheid. Niet gespeend van literaire pretenties is het feuilleton “Lijn 21 Tukstad – Gruttersveld”, de busavonturen van een wiskundig ingenieur op weg van Tukstad (Enschede) naar Gruttersveld (Winterswijk). Tenslotte “Coup De Sang”, een satirisch en achteraf bezien profetisch stuk over de op handen zijnde omwenteling in een plaatselijke jongerensoos (= de Chi Chi Club). En dan vergeet ik bijna de gratis kleurenbijlage, een Donald Duck kauwgumplaatje, bij elk exemplaar van Rodzol weer een andere!

Winterswijk heeft een aantal enigszins met Rodzol vergelijkbare uitgaves gekend. De Chi Chi Club had bijvoorbeeld zijn eigen huisorgaan Ikszes. De plaatselijke afdeling van Provadya? kwam begin jaren '70 met TUK. De dubbelzinnige woordspelingen in TUK waren niet van de lucht:

TUK is een blad dat je van achter naar voren moet lezen. Een blad waarmee je TUK genomen wordt of kunt nemen. Die je in je TUK kunt stoppen en waarop je kunt slapen. Een krant als een zout koekje, waarmee je vissen kunt vangen en omgedraaid kun je er een Provadya?-lid in stoppen”.

Andere uitingen van eigenzinnige local youth counter culture kwam je soms tegen in Gaddegad, de jongerenpagina van de Nieuwe Winterswijkse Courant of in schoolkrantjes van bijvoorbeeld de RSG Hameland. Deze hadden echter de beperking dat ze te allen tijde onder de contrôle stonden van het volwassen gezag.

Op de website van De Driemark lees ik dat de schoolkrant in ieder geval nog bestaat. Gelukkig! De jongens en meisjes hebben met hun blad Ongehoord! zelfs een landelijke award in de wacht gesleept in de categorie “mooiste omslag”. Dat maakt nieuwsgierig naar de inhoud. Ik heb inmiddels een proefexemplaar besteld. Wellicht dat met dit artikel nog andere, interessante, ondergrondse schrijfsels aan het licht komen. Mocht er aanleiding voor zijn, dan kom ik er in een volgend aanmaakblogje op terug.

4 January 2011

Theorie van de kabel


Een tijdlang stond er op Wikipedia een artikel dat inzicht verschaft in de werkelijke snelheden en bandbreedte van coax-netwerken. Unieke informatie, die bij mijn weten nergens anders op internet zo uitgebreid aanwezig is. Belangrijk ook, omdat er op diverse fora voortdurend discussies plaatsvinden, die blijven doorgaan juist omdat essentiële informatie op het net ontbreekt. Om voor mij onbegrijpelijke redenen is het in mijn ogen zeer evenwichtige artikel echter van de website verwijderd. De tentakels van de glasvezelaars reiken ver, zoveel is ondertussen wel duidelijke geworden. Ik mag hopen dat ze niet ook hier een hand in hebben gehad. Hoe het ook zij, ik heb nog net op tijd de inhoud van het artikel naar mijn PC overgeheveld. Hierbij het stuk zoals dat ooit worldwide beschikbaar was. Vrij technische kost, ik geef het toe, maar mijn inziens toch allemaal redelijk goed te volgen. Ik ben zelf ook niet 100% thuis in alle technische ins en out van coax (versus glasvezel), dus aanmerkingen en/of aanvullingen op dit artikel zijn uitermate welkom.

Inleiding

Dit artikel is bedoeld om inzicht te geven in de transportcapaciteit van coax netwerken ("de kabelaars") zoals UPC, Ziggo, Caiway en Delta hebben.

Frequenties

De coax kabel heeft bij elke operator ongeveer 75 frequenties of "downstream channels" beschikbaar (zie de figuur hieronder). Die frequenties kunnen gebruikt worden voor signaaltransport in 3 domeinen: Analoge TV, Digitale TV en Internet. Elk analoog TV kanaal kost precies 1 frequentie; theoretisch zou een "kabelaar" dus 75 analoge TV kanalen kunnen aanbieden. Maar dan zou de kabel "vol" zijn en is er geen ruimte meer voor Digitale TV en/of Internet. Een veelgebruikte verdeling is te zien in de figuur, waarbij 30 frequenties gebruikt worden voor 30 analoge TV kanalen, 16 voor het transport van internet data, en 29 voor digitale TV.


Elke frequentie is 8 MHz breed. De totale bruikbare "frequentieruimte" op de kabel is daarmee 8*75 = 600 MHz. De beschikbare frequentieruimte is veel hoger; namelijk 860 MHz, maar niet alle frequenties zijn bruikbaar. Kan een "kabelaar" zijn netwerkcapaciteit uitbreiden door de frequentieruimte te verhogen? Dat kan; een coax kabel kan wel tot 1000Mhz transporteren. Echter, alle apparatuur (versterkers) in het coax netwerk zouden dan vervangen moeten worden. Dat kost (tientallen) miljoenen en is dus een kostbare operatie.


In de praktijk is de frequentieruimte onder de 85MHz onbruikbaar voor downstreamverkeer; er zijn teveel storingen om beneden de 85MHz signalen goed te kunnen transporteren. De frequentieruimte van 0..65MHz wordt gebruikt voor "upstream" verkeer. Omdat dit bereik ook geplaagd wordt door veel storingen (27MHz "bakkies", DECT telefoons, etc etc.) is de upstreamcapaciteit per frequentie veel lager dan de capaciteit per downstreamfrequentie.

Transportcapaciteit

De transportcapaciteit die per frequentie beschikbaar is verschilt per domein:

1. Internet
Per frequentie kan ongeveer 50Mbps (downstream) getransporteerd worden. De 16 frequenties in de eerdere voorbeeldfiguur kunnen dus 16*50 = 900 Mbps (tegelijkertijd!) transporteren.

2. Analoge TV
Elke analoge TV zender kost precies 1 frequentie. In het eerder gegeven voorbeeld zijn er dus 30 analoge TV zenders/kanalen beschikbaar.

3. Digitale TV
Het aantal digitale TV kanalen dan via 1 frequentie getransporteerd kan worden hangt af van de kwaliteit van het digitale TV kanaal. "Normale" TV kanalen hebben een kwaliteit die ook wel "standaarddefinitie" (SD) kwaliteit genoemd wordt. De vereiste bandbreedte is dan ongeveer 5Mbps per TV zender. Omdat 1 frequentie net als bij internet ongeveer 50Mbps kan transporteren, passen er dus 10 digitale TV kanalen in 1 frequentie. In het voorbeeldplaatje zijn er 29 frequenties beschikbaar voor digitale TV; daar passen dus 5*29 = 145 digitale TV zenders/kanalen in.
HD-TV kanalen ("high definition") kosten (veel) meer bandbreedte dan SD TV kanalen. De vereiste bandbreedte is afhankelijk van de kwaliteit van de bron, de gebruikte codering (MPEG2 of MPEG4)en de mate van compressie. In de praktijk kost een HD-TV kanaal ongeveer 10..15 Mbps. Dat betekent dat 1 frequentie in het voorbeeldplaatje gebruikt kan worden voor 4..5 HD-TV kanalen; transport van een HD-TV kanaal kost dus ruwweg 2x zoveel capaciteit als een SD-TV kanaal.
Als "de kabelaar" geen analoge TV meer zou bieden dan is de totale digitale transportcapaciteit van de kabel is dus 75*50 = 3,75 Gbps = 3750 Mbps downstream. Die capaciteit moet verdeeld worden over digitale TV en Internet. Let wel: dit is niet de capaciteit die per klant of per woning beschikbaar is, maar per wijk. De capaciteit per klant en/of per woning wordt in de volgende paragraaf besproken.

Capaciteit per woning

De maximale capaciteit van een coax kabel is op dit moment weliswaar 3750Mbps, maar dat is niet de capaciteit per klant, per gebruiker, of per woning. De capaciteit per woning wordt namelijk bepaald door de grootte van de "segmenten", ook wel "wijken" genoemd. Zie de figuur hierna.


Elk wijkcentrum is via een glasvezelring aangesloten op een lokaal centrum dat ruim 10.000 woningen "bedient". Elk wijkcentrum heeft zijn eigen glasvezel naar het lokaal centrum. De bandbreedte tussen wijkcentra wordt NIET gedeeld. Op een wijkcentrum zijn groeps- en eindversterkers aangesloten. De groeps- en eindverstekers delen WEL de bandbreedte. In de figuur zijn er 648 woningen op 1 wijkcentrum aangesloten; die 648 woningen moeten dus de bandbreedte met elkaar delen. Als er 16 frequenties per wijkcentrum beschikbaar zijn voor internet (zie eerder voorbeeld), dan is de totale capaciteit per wijk dus 16*50 = 800Mbps. Die 800 Mbps moet dan gedeeld worden over 648 woningen, dat is 1,2Mbps per woning. Dit betekent dat als ALLE woningen ook internet klant van "de kabelaar" zijn EN al die woningen tegelijkertijd aan het internet zijn EN ze allemaal tegelijkertijd data willen downloaden, dat er dan maar 1,2 Mbps per klant/woning beschikbaar is.

In werkelijkheid is ongeveer 50% van de woningen ook internet klant van "de kabelaar"; de bandbreedte per klant is in het slechtste geval dus niet 1,2Mbps, maar twee keer zoveel: 2,4Mbps. In het beste geval is er maar 1 klant in de wijk actief; die klant heeft dan 800Mbps tot zijn beschikking....... dat kan hij natuurlijk niet gebruiken want de snelste internetabonnementen zijn 120Mbps; "de kabelaar" heeft de maximumsnelheid van het modem softwarematig begrenst op 120Mbps.


Nuanceringen: het aantal van 648 woningen per wijk varieert nogal; in grote steden is dat aantal groter (tot ruim 1.000), in dorpjes soms veel kleiner.

Capaciteit per gebruiker

In de vorige paragraaf is berekend dat in het slechtste geval een klant maar 2,4Mbps heeft, en in het beste geval 800Mbps. Gemiddeld betaalt een klant van de "kabelaar" voor 15..20Mbps; sommigen hebben een duur abonnement van 120Mbps, sommigen een goedkoop abonnement van 6Mbps. De werkelijk gereserveerde bandbreedte van 2,4Mbps is daarmee ongeveer 8x lager dan wat de gemiddelde klant heeft gekocht en verwacht. Dit noemt men de "overboekingsfactor", die in dit artikel dus ongeveer 8 is.

Is dat "erg"? Nee; zolang er niet teveel klanten tegelijkertijd aan het downloaden zijn is dat niet erg; de klant krijgt dan gewoon waar hij voor betaalt. Maar als er veel meer dan 1/8 deel (13%) van de klanten tegelijkertijd aan het downloaden slaan is dat wel erg; de bandbreedte per klant zakt dan "worst case" naar 2,4Mbps en dat is veel minder dan waar de klant voor betaalt c.q. wat hij verwacht.

Het is de verantwoordelikheid van "de kabelaar" om in de gaten te houden of de overboekingsfactor nog wel klopt. De groei van het dataverkeer gaat zo hard dat "de kabelaars" bijna elk jaar hun capaciteit per woning met 50% laten groeien. De "overboekingsfactor" gaat daarmee elk jaar met 50% omlaag.

Grenzen aan de groei en de maximum capaciteit

Hoe kan "de kabelaar" de groei aan bandbreedte bijhouden? Is er een grens? Er is een aantal maatregelen om de capaciteit, die nu 2,4Mbps per klant is zoals we hebben gezien, te verhogen:

1. Minder klanten
2. Wijken/segmenten verkleinen
3. Minder analoge en/of digitale TV kanalen
4. Meer capaciteit per frequentie
5. Digitale TV via IP
6. Glasvezel naar de eindversterkers

optie 2:
"De kabelaar" kan vrij makkelijk de wijken/segementen halveren van 648 naar 324 woningen. De capaciteit per woning en per klant verdubbelt daarmee naar resp. 2,4Mbps en 4,8Mbps. Met wat meer moeite zouden de segmenten nog een keer gehalveerd kunnen worden waarmee de bandbreedte met een factor 4 toeneemt tot 10Mbps per klant. Met een overboeking van een factor 8 zou er per klant dan gemiddeld 80Mbps geleverd kunnen worden; dat is vier keer zoveel als nu.

optie 3:
Caiway heeft bijvoorbeeld besloten om geen analoge TV kanalen meer uit te zenden maar alleen nog digitale TV; daarmee komen er 32 frequenties vrij die 32*50 = 1600 Mbps opleveren; een verdrievoudiging van de internet bandbreedte! Voor "de kabelaar" is dit de makkelijkste, goedkoopste en snelste methode om heel veel extra internet bandbreedte te maken. Maar de gevolgen voor de analoge TV kijker zijn natuurlijk groot. Dat is de reden dat UPC en ZIggo dat nog niet hebben aangedurfd. De verwachting is dat het aantal analoge TV kijkers gestaag daalt, en "de kabelaars" het aantal analoge TV zenders langzaam zullen afbouwen. Daarmee verdrievoudigt de internet bandbreedte. In combinatie met optie 2 kan de internet bandbreedte nog met een factor 12 groeien naar 29Mbps per klant (met een factor 8 overboeking: gemiddeld 232Mbps per klant).

optie 4:
De capaciteit per frequentie is nu ongeveer 50Mbps. Modernere technieken beloven capaciteiten van 100..1000Mbps per frequentie. Nadeel is dat dan ook alle kabelmodems bij de klant vervangen moeten worden en dat is een kostbare operatie.

optie 5:
Bijna iedereen kijkt naar nederland 1,23 en SBS of RTL (de toptien). De andere 130 TV zenders worden vrijwel niet bekeken. Toch moeten die andere 130 TV zenders naar elk huishouden verzonden worden. Dat betekent een enorme verspilling van capaciteit. Als die 130 nauwelijks bekeken TV zenders via het internet worden "gestreamed" dan heeft dat twee enorme voordelen: a. alleen de mensen de er naar kijken ontvangen de stream; in de wijken waar niemand kijkt is er ook geen bandbreedte nodig; b. als er niemand kijkt is er opeens veel extra bandbreedte beschikbaar. Nadeel is dat de kijker dan een kastje moet hebben dat de zender via het internet kan ontvangen en naar de TV stuurt (een "IPTV settopbox").

optie 6:
"Glasvezel naar de eindversterkers": de "wijken" of "segementen" worden dan verkleind naar 18 woningen. De bandbreedte per woning is dan op te schroeven (in combinatie met opties 2 en 3) naar meer dan 100Mpbs per woning, en daarmee even snel als glasvezel.

Conclusie:
Voorlopig hebben "de kabelaars" nog voldoende mogelijkheden om de bandbreedte per klant mee te laten groeien met de behoefte. een factor 12 groei in internet verkeer is zonder meer mogelijk. Op langere termijn (>5 jaar) zal het netwerk echter "vollopen" en is "glasvezel naar de eindversterker" nodig.

Misverstanden

Enkele veel voorkomende misverstanden over de capaciteit van de kabel:

1. Internet, TV en digitale TV beinvloeden elkaar
2. De "bandbreedte wordt gedeeld met de buurman"

"De kabelaar" transporteert ongeveer 30 analoge en 140 digitale TV kanalen. Die kanalen worden allemaal "gebroadcast". Dat wil zeggen dat er een willekeurig aantal mensen tegelijkertijd naar kunnen kijken zonder dat dat extra capaciteit kost. Zelfs al heeft de gemiddelde kijker 10 TV toestellen in zijn huis staan; het maakt niet uit. Ze mogen allemaal tegelijk aan staan. De internet bandbreedte per klant is volstrekt onafhankelijk van het aantal TV kijkers.

De bandbreedte voor internet wordt wel degelijk gedeeld met de buurman en met alle andere klanten in een wijk. Maar: dat geldt ook voor ADSL en glasvezel; er is altijd ergens een "concentratiepunt" waar bandbreedte gebundeld en gedeeld wordt. Wat werkelijk telt is de "overboekingsfactor". Die "overboekingsfactor" wordt zorgvuldig geheim gehouden door alle ADSL- glasvezel- en kabeloperators en heeft niets met techniek maar alles met commercie te maken.

"witte vlekken" in dit artikel

De 'upstream bandbreedte" is lager dan de "downstream" bandbreedte. Hierover volgt nog een aparte verhandeling.

Vergelijking met glasvezel

- Capaciteit
De coax kabel heeft nu al een capaciteit van 3,7 Gbps = 3700 Mbps. De veelgehoorde stelling dat glasvezel veel meer capaciteit heeft is onzin.

- Groei in capaciteit
Zowel bij coax als bij glasvezel wordt de maximale capaciteit niet bepaald door het "draadje" maar door de apparatuur die gebruikt wordt. De maximale haalbare snelheid is daarmee een kwestie van gebruikte apparatuur. De maximale aangeboden snelheid is afhankelijk van hoeveel geld de operator wil uitgeven aan zijn netwerkapparatuur en heeft niets te maken met de theoretisch haalbare snelheden.

- Maximale bandbreedte per gebruiker
De bandbreedte per gebruiker is bij glasvezel op dit moment zonder twijfel hoger dan bij coax. Echter, de maximale (piek)snelheid is bij coax weer hoger (120..160Mbps commerciele aanbiedingen in 2010). Dit staat los van de vraag of klanten wel behoefte aan die hoge bandbreedtes en snelheden hebben. De verhoudingen zullen ongetwijfeld regelmatig veranderen de komende jaren. De ene keer in het voordeel van de glasvezelboeren, de andere keer in het voordeel van "de kabelaar".

- Kwaliteit
Er bestaan geen (technische) onderzoeken waaruit eenduidig blijkt of glasvezel beter of slechter is dan coax.

3 January 2011

Glasvezel in de politiek


In de raadsvergadering van de gemeente Winterswijk van 25 november j.l. wordt door raadslid Ter Horst van de SP een vraag gesteld over de rol van wethouder Gommers als openlijke promotor van het glasvezelnetwerk in de informatiekrant van Glashart. Allereerst hierbij de bijdrage zoals die door Gommers in het reclamekrantje wordt geleverd:



Vervolgens de vraag zoals gesteld in de raadsvergadering en de beantwoording daarvan door de wethouder:



Zoals u kunt zien komt de wethouder er wel heel makkelijk mee weg. Gommers stelt dat hij slechts wil wijzen op een nieuwe voorziening, nl. glasvezel tot aan de woning, die de Winterswijkse burger geboden wordt. Op zich niet veel mis mee, maar de vraag is natuurlijk waarom hij daar per se de reclamekrant van Glashart voor nodig heeft. Dit had toch ook – om elke schijn van partijdigheid te vermijden - heel goed gekund op de informatiepagina van de gemeente in de Winterswijkse Weekkrant?

De wethouder somt in zijn bijdrage aan het Glashartkrantje allerlei zegeningen op die naar zijn mening uitsluitend aan een glasvezelnet voorbehouden zijn. Hij kiest daarmee dus wel degelijk partij voor glasvezel als dé zaligmakende technologie. Dat hij geen voorkeur voor één van de glasvezelproviders heeft uitgesproken, daar mag hij zich dan wel voor op zijn borst slaan, maar dat doet hier helemaal niet ter zake. Dat was ook niet de vraag.

Verder kan je je afvragen of het wel waar is, zoals de wethouder beweert, dat de eventuele aanleg van een glasvezelnet geen financiële consequenties voor de gemeente Winterswijk heeft (*). De gemeente heeft namelijk in 2009 al besloten om € 175.000 ter beschikking te stellen als voorfinanciering voor de eventuele aanleg van een glasvezelnetwerk binnen de bebouwde kom van Winterswijk. De voorwaarde was dat ook de kern van Meddo meegenomen werd. Er is toentertijd een convenant gesloten tussen de gemeente en Reggefiber. In de bestuursrapportage 2009 is te lezen dat het krediet bestaat uit € 100.000 aan kosten voor herstel van de trottoirs en € 75.000 voor het inhuren van toezicht. Er zijn dus voor de gemeente wel degelijk kosten verbonden aan de aanleg van het glasvezelnet! Hoe zit dat? En hoe zit het met dat convenant dat met Reggefiber is gesloten? Wat staat daar precies in? Waarom is de aanvankelijke eis dat ook de dorpskern van Meddo in het project werd meegenomen losgelaten? Dat terwijl in de rest van de Achterhoek vergelijkbare kleine dorpskernen als bv. Velswijk en Keijenborg wel worden meegenomen.

Het is mij bekend dat alle Winterswijkse politieke partijen hun steun hebben uitgesproken voor glasvezel. Dat neemt niet weg dat ze tegenover de burger de verplichting hebben om de zaken kritisch te blijven volgen. In hetzelfde krantje waarin Gommers zijn duit in het zakje doet, bewierookt ook directeur Fons Catau van woningbouwcorporatie De Woonplaats de glasvezelaars. Sterker nog, De Woonplaats is partner in het hele project. In de gemeente Aalten worden alle woningen van De Woonplaats aangesloten op het netwerk. Ik neem aan dat het in Winterswijk niet anders zal gaan. Alle woningen krijgen een aansluiting ongeacht of de bewoners nu wel of niet een abonnement nemen bij één van de providers. Aanleg van glasvezel kost veel geld. Wie gaat dat betalen? Glashart zal het niet voor niets doen. Reggefiber's regiomanager Herman van Voorst, in een vorig leven werkzaam bij De Woonplaats, heeft met oud-collega Catau wellicht een vriendenprijsje afgesproken, maar hoe dan ook, ik neem aan dat De Woonplaats deze rekening zal doorschuiven naar zijn huurders. De gemaakte kosten voor de glasvezelaanleg zullen in de huurprijs verdisconteerd worden. Uitgaande van het feit dat het bewonersbestand van De Woonplaats voor een belangrijk deel bestaat uit ouderen en mensen met een krappe beurs, denk ik dat er relatief weinigen zijn die op een glasvezelaansluiting zitten te wachten. Maar ze krijgen wel allemaal een aansluiting, of ze nu willen of niet, en zullen moeten opdraaien voor de kosten (en de overlast) die dit met zich mee brengt. Is dit wenselijk? Ik mag toch hopen dat de politiek hier nog iets van vindt. Of ben ik te onnozel en is dit 'gewoon' een zaak van de vrije markt?

(*) = ook burgemeester Van Beem bevestigt in zijn nieuwjaarstoespraak op 3 januari 2011 dat er door de gemeente wel degelijk in glasvezel geïnvesteerd wordt!